Hieronder vindt u een overzicht van de meeste gestelde vragen en hun antwoorden.
Staat uw vraag er niet bij? Stel u vraag dan via het contactformulier op de site, of bel ons op nummer 072-5414151.
Klik hier voor het contactformulier.
We zullen u dan zo snel mogelijk antwoorden.
Klik
hier om nadere informatie omtrent het eigenrisicodragen van het UWV te downloaden.
U wordt allen eigenrisicodrager voor het werkgeversdeel van de WGA uitkering. Dit
houdt in de loongerelateerde- en vervolgperiode van de uitkering van de arbeidsongeschikte.
Tijdens de loongerelateerde periode is de uitkering 70% van het oude gemaximeerde
loon minus nieuwe loon. Tijdens de vervolgperiode is dat altijd het uitkeringspercentage
van het minimumloon. Ook wanneer de werknemer een loonaanvullende uitkering krijgt.
De premie wordt berekend over het SV loon. Het SV loon is het loon wat het UWV gebruikt voor het bepalen van de uitkeringen. Dat loon is afgetopt tot het
maximum dagloon.
Er is een vangnetregeling, die van toepassing is voor alle (ex-)werknemers die op
het eind van de wachttijd van 2 jaar ziekengeld een uitkering uit hoofde van de
ziektewet ontvangen. Hun WGA-uitkering wordt gefinancierd uit de basispremie en
niet uit de gedifferentieerde premie. Het UWV betaalt dus hun WGA-uitkering en verhaalt
die niet op de eigenrisicodrager.
Het gaat hierbij om de volgende groepen:
- Werknemers met een tijdelijk dienstverband dat afliep tijdens de ziekteperiode
- Oproepkrachten en nul-urencontracten
- Uitzendkrachten
- Orgaandonoren
- Personen met een fictieve dienstbetrekking, zoals thuiswerkers, vertegenwoordigers/agenten,
leerlingen/stagiairs, bestuurders van coöperatieve verenigingen, musici, artiesten
en beroepssporters.
- Arbeidsgehandicapten in de zin van de vroegere Wet REA
In dit geval telt de werknemer in de WAO niet mee. De werkgever wordt immers alleen eigenrisicodrager voor de WGA. De WAO uitkering wordt dus gewoon door het UWV doorbetaald. Wanneer er werknemers voor de inloopperiode (veelal een halfjaar voor de ingangsdatum. Let op dit verschilt per verzekeraar) termijn arbeidsongeschikt zijn geworden door ziekte, worden ze niet meegenomen in de WGA eigenrisicodragers verzekering. Daarvoor moeten ze eerst 4 weken aansluitend arbeidsgeschikt zijn geweest. Alle werknemers die na de inloopperiode ziek zijn geworden, worden wel meeverzekerd.
De meeste verzekeringsmaatschappijen werken samen met een re-integratiebedrijf.
Er is geen maximum bedrag voor een re-integratievergoeding te noemen. Dat wordt
per geval apart bekeken. Uiteraard kunnen we u na overleggen van uw polis verder
informeren.
Een groot verschil tussen het UWV en een verzekeraar is dat het UWV pas in actie
komt als er daadwerkelijk een medewerker in de WGA komt. Als de kosten/batenanalyse
aangeeft dat een investering verantwoord is, dan zal een verzekeraar een re-integratietraject
voorstellen want hoe eerder het re-integratietraject wordt opgepakt, hoe groter
de kans op succes.
De werkgeverslasten zijn standaard meeverzekerd.
Vaak UWV volgend en soms voor een hoger percentage te verzekeren (maximaal 25%).
In de indexatie zijn verzekeraars UWV volgend. Als de uitkeringen bij het UWV stijgen dan stijgen ze bij de WGA eigenrisicodragersverzekering ook.
Kleine werkgevers:
De minimum gedifferentieerde premie van het UWV bedraagt 0,48%
De maximum gedifferentieerde premie van het UWV bedraagt 1,59%
Grote werkgevers:
De minimum gedifferentieerde premie van het UWV bedraagt 0,13%
De maximum gedifferentieerde premie van het UWV bedraagt 2,12%
Voor meer informatie verwijzen wij u naar de
actuele bedragen van het UWV.
Nee, helaas dat mag niet. Wij moeten de origineel ondertekende formulieren hebben.
De duur van het eigen risico dragen is vastgesteld op 10 jaar. Voor WGA-uitkeringen
die zijn ingegaan in 2006 geldt een termijn van eigen risico dragen van 4 jaar.
Voor alle WGA uitkeringen die zijn ingegaan op of na 1 januari 2007 geldt een termijn
van 10 jaar.
De WGA kent drie uitkeringen: de loongerelateerde uitkering, de loonaanvulling en
de vervolguitkering. De eigenrisicodrager moet de loongerelateerde WGA-uitkering
en de vervolguitkering betalen. Heeft de werknemer recht op een WGA-loonaanvulling,
dan betaalt de werkgever alleen een bedrag ter grootte van de vervolguitkering.
Een WGA-uitkering komt niet (of slechts gedeeltelijk) voor rekening van de eigenrisicodrager
wanneer:
- de werknemer meerdere dienstverbanden had
- de arbeidsongeschiktheid is ingetreden vóór aanvang van het dienstverband
- de WGA-uitkering wordt toegekend aan een vervanger als bedoeld in de Wet Arbeid
en Zorg
- de werknemer valt onder de vangnetregeling of een no-riskpolis
Er is een vangnetregeling, die van toepassing is op alle (ex-)werknemers die op
het eind van de wachttijd van 2 jaar ziekengeld van het UWV ontvingen. Het UWV betaalt
hun WGA-uitkering. Deze komt dus niet voor rekening van de eigenrisicodrager. Het
gaat hierbij om de volgende groepen:
- Werknemers met een tijdelijk dienstverband dat afliep tijdens de ziekteperiode
- Oproepkrachten, nul-urencontracten en uitzendkrachten
- Orgaandonoren
- Personen met een fictieve dienstbetrekking, zoals thuiswerkers, stagiairs, musici
en artiesten
- Arbeidsgehandicapten in de zin van de vroegere Wet REA.
Ook bij eigenrisicodragers betaalt het UWV de WGA-uitkering rechtstreeks aan de
werknemer.
Vervolgens declareert het UWV bij de eigenrisicodrager het deel van de WGA-uitkering
dat de eigenrisicodrager zelf moet betalen. Aan deze service van het UWV zijn geen
extra kosten verbonden.
Iedere eigenrisicodrager krijgt maandelijks van het UWV een opgave waarin staat
welk bedrag aan WGA-uitkering is betaald en welk deel voor rekening van de eigen
risicodrager komt
Ja, verhalen van een gedeelte van de premie is mogelijk. Een werknemer of de OR
hoeft hier ook geen toestemming voor te geven. Voorwaarde is dat nooit meer dan
maximaal de helft van de premie voor de uitkeringen mag worden verhaald. Verhaalt
de werkgever deze premie niet op het loon van de werknemer, dan hoeft geen loonbelasting
of sociale verzekeringen te worden betaald.
De extra premie of de eenmalige koopsom om het inlooprisico mee te verzekeren mag
een werkgever deels verhalen op de werknemer. Bent u van plan een deel van de premie
te verhalen, dan kunnen onze deskundigen u een advies op maat geven.
Per 1 januari en 1 juli van elk jaar.
U moet dan 3 maanden voor die datum (dus voor 1 oktober en 1 april daaraan voorafgaand) een aanvraagformulier en een garantieverklaring (de garantieverklaring mag ook binnen 5 weken worden nagezonden) indienen bij de Belastingdienst. Een werkgever kan geen eigenrisicodrager worden als hij in de drie jaar voor de gewenste uittreeddatum al eens eigenrisicodrager voor de WGA is geweest (al eigenrisicodrager was en terug is gegaan naar het publieke bestel). Als startende ondernemer kunt u direct vanaf het moment waarop u werkgever wordt of personeel in dienst neemt (afgifte nieuw loonheffingsnummer) eigenrisicodrager worden.
Ja. Een WAO-er is niet van invloed op het WGA-Eigenrisicodragerschap.
Ondanks instroom en/ of langdurig zieken binnen uw bedrijf kunt u toch een afweging
maken eigenrisicodrager te worden. Voor een goede afweging is een nauwkeurige risico
analyse met uitwerking van verschillende scenario’s noodzakelijk. Verzekeraars zijn
(meestal) bereid het inlooprisico van u over te nemen tegen een opslag op de premie
of tegen eenmalige koopsom.
Ja, deze valt onder het uitlooprisico van de verzekeraar.
Aan het eigenrisicodrager worden zijn geen kosten verbonden.
Het is verstandig om een premiebeschikking te controleren. Neem hierbij wel de bezwaarperiode van 6 weken in acht. Op de achterzijde van de beschikking (= premienota) staan uw bedrijfsspecifieke gegevens.
De premie voor genoemde heffingsjaar is gebaseerd op de WGA/WAO uitkeringen van het kalenderjaar 2 jaar geleden (T -2 dus 2012 = WGA uitkeringen 2010). Verzoek de Belastingdienst of het UWV om een specificatie van de onderhavige WGA dossiers op het betreffende loonheffingsnummer. Het komt regelmatig voor dat foutieve gegevens gebruikt worden voor uw premieberekening. Signaleren van fouten kan u een aanzienlijke besparing opleveren. Raetsheren van Orden verzorgt regelmatig de bezwaarmogelijkheden voor haar relaties. De correcties variëren van enkele duizenden euro’s tot enkele tonnen. Neemt u gerust contact met ons WGA-specialisten op
Het inlooprisico houdt in:
• Dat u WGA-uitkeringen moet betalen van medewerkers die al ziek zijn op het moment dat u eigenrisicodrager wordt.
• Dat u WGA-uitkeringen moet betalen voor ex-medewerkers die ziek waren op het moment dat ze uit dienst traden.
Verzekeraars zijn (meestal) bereid lopende ziektegevallen en de al ingegane uitkeringen onder de dekking van de verzekering te laten vallen tegen een extra premie.
Bij het beëindigen van uw eigenrisicodragerschap (en terugkeer bij het UWV) blijft u de uitkeringen betalen aan medewerkers die recht hadden op een uitkering. Ook blijft u het eigen risico dragen voor medewerkers die op dit moment ziek zijn en die in de toekomst mogelijk recht hebben op een WGA-uitkering. Het uitlooprisico is meestal meeverzekerd.
Ook bij eigenrisicodragers blijft het UWV verantwoordelijk voor de uitvoering van de Poortwachtertoets, de (her)keuringen, de claimbeoordeling en de dagloonvaststelling.
Werkgevers die eigenrisicodrager worden, blijven verantwoordelijk voor de re-integratie van (ex-)medewerkers die een WGA-uitkering ontvangen. Dit geldt voor een periode van maximaal 10 jaar. Bij bedrijven in het publieke bestel neemt het UWV die verantwoordelijkheid over.
Als uw bedrijf van rechtsvorm wijzigt, moet u een nieuwe aanvraag eigen risico dragen indienen. Dat geldt voor (ex-)werkgevers die activiteiten overdragen aan een andere werkgever, voor werkgevers die activiteiten van een andere (ex-)werkgever overnemen en voor ondernemers die (een deel van) hun bedrijf in een andere rechtsvorm gaan uitoefenen.
Als een gedeeltelijk arbeidsgeschikte medewerker onvoldoende meewerkt aan re-integratie,
kunt u als werkgever sancties toepassen. De eigenrisicodrager wordt dan, wanneer
het aankomt op bezwaar- en beroepsprocedures, aangeduid als zelfstandig bestuursorgaan
(ZBO). In geval van sanctie moet u een gemotiveerde beschikking afgeven. Ook moet
de medewerker weten op welke wijze hij een klacht kan indienen of bezwaar kan maken.
Om het gewenste gedrag van de medewerker te verkrijgen mag een werkgever besluiten
tot het tijdelijk schorsen (maximaal acht weken) of gedeeltelijk korten van een
uitkering. De sanctie moet wel in overeenstemming zijn met het foute gedrag van
de medewerker. De maatregellijst van het UWV kan als richtlijn worden aangehouden.
Het UWV moet op de hoogte worden gebracht van een sanctiebeslissing. Eigenrisicodragers
mogen niet besluiten tot een blijvende weigering van de uitkering. Ook bestuursrechtelijke
boetes mogen niet worden opgelegd.
Indien een werkgever besluit eigenrisicodrager te worden, heeft de OR een adviesrecht.